De vruchten des velds in Obersteiermark

[Tentoonstelling: Mannfred Willmann, Das Land, Stedelijk Museum, Amsterdam]

In het begin van de jaren tachtig stelde de Franse fotograaf Raymond Depardon in het kader van het landschapsdocumentaire DATAR-project uit oude en eigen foto's een serie samen over het boerenbedrijf van zijn ouders. Bijzonder waren die foto's niet; het erf voor zijn ouderlijk huis, wat landschapjes en portretten, een enkel interieur. Er gaan er dertien van in een dozijn, maar gezamenlijk vormen ze wél een inlevend en aandoenlijk portret van het veranderende leven op het boerenland.
Rond dezelfde tijd begon de Oostenrijker Manfred Willmann (1952) aan wat een ode moest worden aan het agrarische landschap in de Oostenrijkse deelstaat Obersteiermark. Das Land luidt de titel van de serie van 41 foto's waaraan hij tot vorig jaar werkte, en die nu te zien is in het Prentenkabinet van het Stedelijk Museum in Amsterdam.
In tegenstelling tot die van zijn Franse collega hebben Willmanns foto's een uiterst opvallende signatuur; het zijn zoals dat in hedendaags documentair jargon heet 'persoonlijke' foto's. Daarin staat niet het natuurlijke verloop der dingen op de voorgrond, maar de interpretatie ervan. Het is een invalshoek die momenteel hoogtij viert in het genre, in haar strijd voor aandacht en tegen de oude ingesleten clichés.
Het hoeft dus niet te verbazen dat er op Willmanns foto's nauwelijks gewerkt wordt, zoals ook het landschap slechts summier wordt getoond. Wat hij vooral laat zien zijn haarscherpe, beeldvullende close-ups van details in diepe pregnante kleuren: volle etensborden op tafels, voorzien van ouderwetse zeiltjes, bloemen en onkruid, een gevilde varkenskop in een emmer bloederig water.
Willmanns fragmenterende benadering heeft een tamelijk vervreemdend effect. Niet alleen is de nadrukkelijke manier waarop zijn foto's pogen op te vallen nogal 'stads', zijn visuele duw- en trekwerk creëert ook een grote afstand; het doet een beroep op het analytisch vermogen en niet op de emotie en het inlevingsvermogen.
Vandaar dat het werk paradoxaal genoeg een stuk onpersoonlijker overkomt dan dat van de veel terughoudender Depardon. (Het valt in dit verband te betwijfelen of Willmann, zoals de Fransman, van boerenafkomst is.)
Veel van Willmanns foto's zijn overduidelijk symbolisch bedoeld. Zo toont hij in een van zijn openingsbeelden een oudere man die met zijn grove handen een wereldbol beroert, hij laat het ouderwetse draagbare teeveetje zien dat het nog met de antenne moet doen (over clichés gesproken) en besteedt bij voortduring aandacht aan de vruchten des velds - de aardappelen op het bord, hompen vlees drogend aan een boomtak, een emmer met kersen.
Maar het gebeurt zo stelselmatig en duimendik dat het gaandeweg overtrokken om niet te zeggen pretentieus wordt.
Datzelfde geldt voor de wijze van presenteren, waarbij foto's soms in twee- of drietallen bij elkaar zijn gehangen, waarmee wordt gesuggereerd dat ze iets met elkaar te maken hebben. Een foto van een cafétafel met geld, bierglazen en speelkaarten in gegroefde eeltige handen gecombineerd met die van een wulpse dames-affiche levert zeker nog wel iets voorstelbaars op, maar wat moet je aan met het samenstel van een sneeuwlandschap met enkele door het jaargetijde gefopte bloemen, een vrouw bij een waskom en een schaal dode vis? Slechts hun gezamenlijke kille blauwwitte kleur verbindt die foto's met elkaar; een betekenis valt er niet uit te destilleren, zoals ook de inhoudelijke bedoeling van de serie als geheel raadselachtig blijft.
Ook daarmee is Das Land symptomatisch voor veel moderne documentaire fotografie. De foto's zijn zoals zo vaak ontegenzeggelijk prachtig. Maar dat is het punt niet. Want het genre gaat niet gebukt onder gebrek aan goede fotografen, waar het aan schort is hun verhalend vermogen. [NRC handelsblad, 26okt1996]

NB: een keuze uit hetzelfde werk zal enkele jaren later in het Nederlands Foto instituut hangen, in een andere presentatie die me mijn mening over het werk drastisch doet herzien. Zeer leerzaam, zoiets.